De westerse wereld is sedert de jaren zestig van de vorige eeuw vrijwel volledig in de greep van de zogenaamde 'Verlichting', hetgeen een ramp is gebleken voor zowel onze overheid en staat als voor ons eigen volk. Waarom is dit zo? Hoe is dit zo gekomen, en waarom wordt het meer en meer aangemoedigd door overheden in heel de westerse wereld?
Ter introductie
Ten eerste is 'de Verlichting' (voor zover die als eenheid is aan te duiden) niet beperkt tot
een bepaalde periode in de geschiedenis. Ze is veel meer dan dat, namelijk een mens- en
wereldbeeld die plaats en tijd overstijgt. Veel belangrijker dan de kwestie van plaatsing en
oorsprong is dan ook waar de Verlichting in de kern voor staat. Om dit scherp weer te geven
is eerst een korte weergave nodig van datgene waar de Verlichting tegen in opstand kwam: de Europese
Traditie.
De ziel bestaat zelf echter ook uit verschillende delen. Dit zijn de rede, de wilskracht of het temperament
en tenslotte de begeertes. Van deze delen moet de rede over alles heersen, daarna volgt de wil, en
onderaan staan de begeertes. Dit is echter niet de staat van de meeste mensen, en er is een harde interne
strijd nodig om de ziel ‘op orde’ te maken. Hier komt het concept van een ‘oorlog in de ziel’ vandaan. De
begeerte is namelijk een enorm sterke kracht, en het is makkelijk om er aan toe te geven. Ze wil zelf de
dienst uit maken, met chaos en ellende tot gevolg.
Om deze begeerte te overwinnen is wilskracht nodig, die op zijn beurt wordt gestuurd door de rede.
Een simpel voorbeeld is dit: Iemand is dol op snoep (begeerte) maar hij weet (verstand) dat te veel snoep
niet goed is voor zijn gezondheid. Als gevolg zal hij dus de consumptie van snoep temperen, mits hij
voldoende wilskracht heeft. Als de wilskracht ontbreekt, dan zal deze persoon vaak toch toegeven en te
veel snoep eten, ook al weet hij dat dit ongezond is.
Wat dan oprijst is een beeld van een zgn. ‘oorlog in de ziel’ met allerlei vijandige entiteiten die constant
met elkaar in conflict zijn. Zo’n oorlog is niet slecht. Integendeel, wie hem strijdt is een soldaat van het
goede, wat beter is dan een slaaf te zijn van de emotie en de begeerte. Ideaal is het echter niet. Wie
strijdt loopt immers het risico om overwonnen te worden. Daarom is de ideale staat van de ziel een
staat van vrede, waarin de begeerte van zichzelf getemperd is en niet constant door de rede onder de
duim gehouden hoeft te worden. Kortgezegd: de ziel is op zijn beste wanneer alle delen hun plaats in de
hiërarchie erkennen. Dit is waarom sommige mensen ook wel ‘verstandig’ of ‘redelijk’ worden genoemd.
Radicale opstand
Wat is de visie van de Verlichting? Zij is in feite een radicale opstand tegen de Traditie. Zij bestempelt deze indeling van de ziel als een fabel, een onrealistische standaard. De mens is zoals hij is en dat kan hij niet veranderen. Hobbes beschrijft de mens als een wezen dat in de kern altijd gedreven wordt door begeerte en emotie. Dit wordt gezien als een onontkoombaar feit van het leven. Met deze gedachtegang is de notie dat de rede zou kunnen regeren over de begeerte absurd. Het is juist andersom, de begeerte is soeverein in de mens en alles is eraan ondergeschikt. Om het voorbeeld van het snoep weer terug te halen: iemand die graag snoep wil hebben, zal zijn verstand gebruiken om dat te verkrijgen. Maar als de begeerte naar een gezond lichaam groter is, dan zal hij het snoep niet willen meenemen.
Hier komt ook het vrijheidsideaal van de Verlichting naar voren. Als alle mensen in de kern gedreven worden door begeerte, dan moet iedereen vrij zijn om die begeerte te bevredigen. Anders ontneem je iemand zijn kans op geluk, een van de kernpunten van bijvoorbeeld de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring.
Het verlichtingsdenken marginaliseert daarmee de oudere opvatting van de mens als kind van God en als bijzonder wezen. Ze maakt ons tot niets anders dan een dier dat slaaf is van zijn simpele begeerte, net zoals een aap dat is. Dit proces is al ruim twee eeuwen bezig, en wij maken de voltooiing ervan mee. Alles wat hiervoor kwam wordt beschouwd als achterhaald en bevooroordeeld, dit geldt ook voor de oude visies over volk, vaderland en de natie. Verlichtingsdenkers zijn derhalve inherent globalisten.
Wat is nu het gevolg van de visie van de Verlichting? Vooral dit: als de mens alleen gelukkig kan worden door het bevredigen van zijn begeerte, en alle begeerte gelijk is, dan is de mens niks anders dan een beest. De mens is een slaaf. Iemand die alleen maar kan consumeren tot zijn dood. Deze mens is niet iemand die de moeilijkheden opzoekt om ze te overwinnen, maar een luiaard die tevreden is met een volle buik en een lekker wijf. Iemand die alleen moeite wil doen als hij er iets materieels voor terugkrijgt. Vaak weigert deze mens zelfs dan om nog te werken, tenzij de hebzucht hem aanzet om te zwoegen tot hij erbij neervalt. Zo iemand valt simpelweg niet te bewonderen. Hij is geen held, maar een varken.
De wereld die hierdoor ontstaat is er een van een wereldwijde marktsamenleving waarin de mens niets anders is dan een producent en een consument. Met een wereldwijde toerisme-industrie, oneindige reclames om ons te prikkelen, porno, welzijnscentra, overmatig drugsgebruik, en een eeuwige drang naar meer en meer bezit. Nietzsche noemde deze ‘de laatste mens’. Dit is een wereld waarin slechts een kleine groep rijken, die immers de meeste middelen hebben om in hun behoeftes te voorzien, écht gelukkig kan zijn. Een wereld waarin tirannie de boventoon voert. Dát is waar de eens zo mooie idealen van vrijheid en gelijkheid op uitgekomen zijn.
Teloorgang van gemeenschap en cultuur
Hoewel de Verlichting voor een lange tijd stond voor vrijheid, gelijkheid en de emancipatie van de
gewone man is deze zoals eerder beschreven al snel afgedwaald tot een hedonistische en utopische
dwaalleer. Een kleine overtuiging dat het leven gemakkelijker zou zijn met een zekere materiele voorspoed
ontaardde al snel in een heilig geloof in vooruitgang. Waar vroeger door de Traditie nadruk werd gelegd
op wijsheid en redelijkheid, verdraait de Verlichting de rede tot een puur instrumentale vorm van kennis
die alleen nuttig is om in ons eigenbelang te voorzien. Met die mentaliteit wordt al snel duidelijk waarom
veel Verlichtingsdenkers alles wat uit het verleden komt bestempelen als achterhaald, overblijfsels uit een
donker verleden. Toen men het ‘nog niet snapte’, gekluisterd aan traditie, bijgeloof en onderdrukking.
Een ander effect van de nadruk op individuele vrijheid is het wegvallen van de overtuiging dat er zoiets
bestaat als een objectief goed, of objectieve moraal in het algemeen. Dit relativisme is misschien wel het
meest schadelijke aspect van de Verlichting. Als namelijk de objectiviteit niet meer bestaat, dan is alles een
farce. Alles wat de mens heeft opgebouwd wordt dan een zgn. ‘sociaal construct’, wat de deur openzet
voor mensen die er op uit zijn om de gemeenschapszin van de mens te ondermijnen. Dit is wat we nu
zien gebeuren met het steeds verder en verder afbrokkelende gemeenschapsgevoel in Nederland, van
onze taal, onze cultuur en uiteindelijk ook de staat, alles in naam van de vooruitgang. Alles verandert, dus
waarom deze instellingen niet?
Deze atomisering van de maatschappij is ook een gevolg van de ramp van mei ’68. In Nederland is zij ook
al lang bezig, en zij komt sterk naar voren in de manier waarop Nederlanders omgaan met hun eigen taal. Het Nederlands is met een kleine 22 miljoen sprekers een middelgrote taal naar Europese verhoudingen,
maar steeds meer wordt het Nederlands gemengd met het Engels. Inmiddels is het zo ver gekomen dat
veel van onze universiteiten ófwel tweetalig, ofwel volledig Engelstalig zijn. Waarom? Dit is het gevolg
van een culturele trend die vaak Amerikanisering genoemd wordt, deze vindt plaats in alle landen in
verschillende maten. Aan het einde van het proces blijft er enkel een grijze massa over van mensen
zonder gemeenschap, die geen geborgenheid kunnen trekken uit hun omgeving. Ze zijn immers allemaal
vrije individuen.
Deze houding komt ook terug in hoe onze maatschappij tegen erfgoed aankijkt. Als iets niet meer gezien wordt als
erfgoed, maar als een product, dan wordt het vogelvrij. Oude gebouwen in stadscentra moeten plaats maken
voor woontorens. Zo ook voor parken en andere natuurgebieden. Er kan immers meer geld verdiend
worden op die manier.
Speelt de toekomst dan überhaupt een rol? Absoluut niet. Wie zichzelf niet ziet als erfgenaam van een
eeuwenlange reeks voorouders, zal zeker niet geneigd zijn om zichzelf te zien als het begin van een lange
reeks nakomelingen. Na ons de zondvloed is het devies. Ook een consequentie van de nadruk op het
individu van de Verlichting is dus het verlies van duiding in de tijd. Egocentrisme komt ervoor in de plaats.
Het eindspel
Waarom zou iemand dit willen? Het is
eigenlijk duivels simpel: Als men zich niet
in een gemeenschap bevindt, hetzij de
familie (de aanval op het traditionele gezin
is ook volop ingezet de laatste jaren) of
de natie in het verlengde, schept dat een
leegte. De mens is namelijk fundamenteel
een sociaal wezen, hoezeer individualisten
zich ook tegen die notie verzetten. Als
er echter zo’n leegte ontstaat zal iemand
die willen vullen. Dit kan alleen niet met
gemeenschap en geborgenheid, aangezien
die restanten van het donkere verleden zijn
die moeten verdwijnen. Anders komen we
niet vooruit, en dat kunnen we natuurlijk
niet hebben. Wat er dan gebeurt is dat men
die leegte probeert op te vullen met begeerte naar bezit, met name het consumeren van producten.
Hoe kan het dan dat dit proces steeds verder en verder doorzet, ondanks dat het zo recht tegen de natuur
van de mens ingaat? Oud VVB-voorzitter en N-VA vertegenwoordiger Peter de Roover stelde het
volgende: De volkse eigenheid van de naties staat de plannen van de machthebbers in de weg. Deze groep
machthebbers bestaat uit drie groepen: Machtsgeile politici, Megalomane bureaucraten en grootindustriële
belangengroepen
Om de macht te behouden moet een groep zwak, manipulatief en vormeloos zijn. Daarom moeten alle
verschillen tussen groepen wegvallen, dus ook de onzinnige “boerentaaltjes” moeten vervangen worden
door een internationale taal zoals het Frans, of liever het Engels. De eigen geschiedenis en trots op wat ons
volk groot heeft gemaakt moet wijken, totdat er niks overblijft dan een wereldwijde maatschappij, waarin
een grijze massa mensen allemaal dezelfde producten kan consumeren, en de dogma’s van de overheid als
koude pap slikt.
De machtigen in onze maatschappij zijn dermate geïnternationaliseerd dat men de taal niet meer erkent
als een levend onderdeel van de Nederlandse volksaard. Het is voor hen slechts een noodzakelijk
communicatiemiddel dat alleen nuttig is voor economische doeleinden. Met die instelling in ogenschouw
is het geen wonder dat ze de wonderbare geschiedenis van ons volk, dat eens toonaangevend was voor de
wereld, niet meer (willen) kennen.
"Hoe zwakker de mens is in morele geestkracht, des te meer waarde zal hij hechten aan de opvolging van mode en gebruiken; want daarin vindt hij de stem waaraan hij behoefte heeft, terwijl zij tevens de geringe ontwikkeling zijner persoonlijkheid bemantelen."
- C. J. Wijnaendts Francken (1863-1944)
Met deze informatie in ons achterhoofd kunnen we tenslotte de volgende conclusie trekken: de
verlichtingsmens is een mens die alleen nog op zijn eigen begeerte is gericht, met name in de vorm van
de markteconomie. Een mens is producent en consument, alles is een transactie, waardoor alle besef van
geschiedenis en onderlinge binding wegvalt. Dit zet de deur wagenwijd open voor de groten der aarde
om de volkeren uit te buiten door steeds meer macht te geven aan hun supranationale instellingen zoals
de VN en EU, en die instituties te gebruiken om zichzelf te verrijken. Het einddoel van het grootkapitaal
is daarmee niet vrijheid, maar tirannie. De enige mogelijkheid om dit te vermijden is een terugkeer naar
de Traditie.
Door Frederik Fasterade
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in De Stormlamp, jaargang 2, nummer 4.
Beeld: Personificaties van Voorzichtigheid, Rechtvaardigheid en Gematigdheid,
Muurschilderingin het Rijksmuseum van Georg Sturm.
Reacties
Een reactie posten